Scenario

Alstublieft mevrouw. De dame achter de tafel reikt me het stembiljet aan. Ik ben even verdoofd. Is dit nu alles? Heb ik me hier zo op voorbereid?

In het begin van mijn transitie, toen ik net “om” was, hield ik overal rekening mee. Het alleen maar “mevrouw” genoemd worden was voor mij niet meer genoeg. Ik wilde meer, in wilde gewoon nooit meer met “meneer” aangesproken worden.
Dagenlang heb ik me een zinnetje in mijn hoofd geprent dat ik bij die verafschuwde gelegenheid dan uit zou spreken. “Ik begrijp uw vergissing, maar ik heb liever dat u me met Mevrouw, aanspreekt!”. Nu inmiddels al weer meer dan een jaar verder kan ik maar een ding vaststellen. Het zinnetje is nog steeds niet uit de verpakking gehaald. Dit noodscenario heb ik nooit meer nodig gehad. Kennelijk heb ik het zinnetje zo vast beraden uit mijn hoofd geleerd dat niemand het meer in het hoofd haalt deze vergissing te maken.

Je hele transitie, tot eindelijk de eerste aanblik en de blik in je papieren echt in orde zijn, worstel je met het dubbelspel dat je speelt. Ik tenminste wel. Je bent wat je op papier niet bent, door je uiterlijke schijn schemert je verleden. Eigenlijk heb ik van dat laatste inmiddels geen last meer, van dat eerste, mijn permanente identiteitsfraude veel meer.

Mijn hele transitie lang heb ik in mijn achterhoofd voor allerlei gelegenheden “vlucht of vecht”scenario’s in mijn achterhoofd gehad. Hoewel vaak vluchten niet echt de oplossing is. Door mijn regelmatig reizen en ook in buitenlanden meer dan alleen maar op vakantie zijn, moet ik geregeld dealen met autoriteiten. Op een vertwijfelde luchtvaartemployé in Quatar na, heeft mijn verschijning eigenlijk nog nooit problemen op geleverd. Kennelijk was de combinatie van absoluut niet-gelijkend paspoort met Gender-ID voldoende om harten te doen smelten.

Toch heb ik altijd nog een reactie in mijn hoofd waarbij ik de betrokken official “gelijk geef en voorstel even buiten de grote stroom de kwestie toe te lichten”. Nu maanden later, zinnetje nog nooit gebruikt, nou ja op die ene keer in de trein na. En toen hielp de benadering me niet eens. Weer een vrijwel onnutig noodscenario. Nog een paar maanden, dan is ook dat niet meer nodig, kan er weer een scenario in de vuilnisbak.

De gemeenteraadsverkiezingen breken aan. Ik besluit van mijn stemrechtgebruik te maken maar kies, om geharrewar met kieslijsten te voorkomen, ervoor de identiteitsdiscussie niet bij het stembureau om de hoek te gaan voeren. Nu met mijn nieuwe volledige gelijkende ID duikt er een nieuw uitdaging op. De foto lijkt, maar die M/M klopt wel met de kieslijst, maar niet met de vertoning voor de tafel in het stembureau. Samen met mijn Lief breng ik mijn stem uit in het Stadskantoor. Dichter bij de bron om mijn identiteitsfraude te weerleggen, kan ik bijna niet zijn.

Een blik op mijn stempas, een half oog voor mijn ID, een vinkje in de kiezerslijst en hup met een vriendelijke knik krijg ik het formulier in mijn hand, “alstublieft Mevrouw”.

Heb ik daarvoor nu alle denkbare oplossing en aangifte scenario’s doorlopen? Ik denk dat het tijd wordt te beseffen dat zelfs de laatste noodscenario’s, verdedigingslinies, rijp zijn voor de sloop.
Tot ik thuis kom. Een eenvoudige brief van de gemeente brengt mijn euforie weer terug bij de grond. Alle zintuigen staan weer op scherp. “Hr D…..”. Wat is dit nu voor onzin. Hier heb ik toch niet omgevraagd? Letterlijk!

Mijn Lief vroeg twee dagen eerder een nieuwe Nee/Nee sticker aan bij de “Stadwinkel”, het gemeentelijk service punt voor de burgers. Bij de aanvraag vult ze keurig haar naam, initialen en adres in. Hoe wreed om te zien dat de gemeentelijke stadswinkel in een vlaag van geringe emancipatorische gevoelens haar gegevens overruled en botweg mijn vervloekte GBA gegevens gebruikt. Alsof het GBA gewoon een klantenbestand is, een opschrijfboekje als dat van een oude kruidenier.

Ik dien een klacht in bij de Gemeente, gering gevoel voor emancipatie en misbruik van GBA, althans voor mij als hypergevoelige transgender, als eenvoudig en niet noodzakelijk adresbestand.

Nood-scenario’s, verdedigingslinies. Nee/Nee, Voorlopig zet ik ze nog niet bij de vuilnisbak.