Makkie…?

Met al een aantal jaren een levensvervulling halftime buitenland/halftime Nederland, ben ik expert in het opgaan in culturen, althans die aanname doe ik maar even.

We verlaten Turkije voor een paar weken. Net op een dag dat ik even niet lekker in mijn vel zit. Voor we mogen vertrekken wil de politie mij in levende lijve zien. Door toeval, het is net een spitsmuis, heeft hij mijn niet gebruikte “mannen” paspoort zonder visum uit de papieren van mijn Lief gepakt. Er rijst een probleem, twee vrouwen en een man, waarvan maar twee met een geldig visum. Eerst wil hij in levende lijve weleens zien hoe de vork in de steel zit van deze mensensmokkel. Pas als hij paspoort en ID vergelijkt en dezelfde geboortedatum ziet, accepteert hij het, gelaten. Voor echt begrip is het te laat, mijn Turks schiet tekort.

Het loopt weer goed af, da’s gelukkig. Slecht in mijn vel kan ik nog meer gedoe even niet hebben. Nu al een maand, meerdere keren per week moet ik van mijn “schijnbare” identiteit getuigen, douane, autoriteiten, politie, hotel, autoverhuurder, immigratie, telkens weer voel ik me op de rand van het er een “verhaal” bij moeten vertellen.

Terwijl ik in de zon bezig ben blogs te bedenken, een kinderboek te redigeren, de rode draad voor een “gender”boek dat ik in 2015 uit wil brengen te doordenken, komt de vraag ineens op in mijn hoofd. Ze blijft hangen. Dan vaart in korte tijd plotseling de halve toeristenbootjesvloot vanuit een van de nabij gelegen plaatsen mijn baai binnen. Ze gaan voor anker, allemaal, binnen nauwelijks 100-200 meter van mijn werkplek. De vraag komt weer op. Je RLE, je transitie, is die nu makkelijker of juist moeilijker in de zon, in een andere cultuur?

Af en toe lees ik een verhaal over een trans die “zijn naar haar” switch lekker in de eenzaamheid, buiten alle nieuwsgierige blikken doet. Ik ben haar nog nooit tegengekomen, ik ken alleen mijn eigen verhaal.
Toegegeven, mijn aarzelende transitiestapjes zo tussen 2008 en 2010, spaghettihempjes, veel te korte broekjes, mijn Buff-mutsjes, de strijd tegen mijn lichaamshaar, deed ik relatief veilig in de anonimiteit van Zuid-Europese, Afrikaanse en vooral Zuid-Amerikaanse baaien, dorpen en rivieren.

De tijd daarvoor, thuis, verliep altijd achter de voordeur, of als ik eens buiten was, met een behoorlijk terugvalscenario achter de hand. Alleen dat lichaamshaar, stel je moet plotseling naar de dokter, hoe leg je dat geplukte kippenlijf dan uit?

De jaren daarna, 2010 en verder, nog steeds in Zuid-Amerika en zeker in de Stille Oceaan, werd mijn uitstraling explicieter, bh’s vanwege de als gevolg van de hormoontherapie jeukende tepels –ook handig voor het opbergen van je creditcard- een kleuren pallet in mijn spaghetti’s dat verschoof van donkergroen/zwart/bruin naar roze en fluor. Alleen bij de autoriteiten, je moet elk risico niet tarten, gedroeg ik me nog redelijk paspoort conform. We brengen meer tijd door in andere culturen en ook de westerse gemeenschap om ons heen neemt, het koude zuiden van Patagonie eenmaal achter ons gelaten, steeds verder in drukte en intensiteit toe. Culturen verschuiven, na het tolerante Polynesie, zijn de zware gemeenschappen van Tonga en het LGBT verbiedende Samoa toch wel iets om rekening mee te houden in de transitie. Op een dag zit ik in een baai voor een Samoaans dorp in bikini te werken, een van mijn nieuw verworven hoofddoekjes om mijn “haar”, als een westerse vriend ineens aan boord stapt. Ik weet niet hoe snel ik een shirtje aan moet doen. Pas een uur later realiseer ik me de zichtbaarheid van mijn paarse bikinibandjes, nog netjes in een strikje achter mijn nek.

De Pas de Deux, van mijn uitstraling met die van de lokale cultuur, wordt in de islamitische landen steeds complexer. Ik ga nu echt om. Moedig misschien, maar ook at-risk.
Waar ik in Nederland eigenlijk het verhaal, in een aantal fases, maar één keer heb ik het hoeven vertellen aan de wereld om me heen, zelfs aan mijn uitgevers en redacties, vertel ik in het buitenland mijn eigen verhaal niet meer. Er is een ander verhaal voor in de plaats gekomen, een verhaal dat je eigenlijk iedere dag, iedere week opnieuw weer brengt. Het verhaal van twee vrouwen, al jaren op reis. Een verhaal over een jarenlange “vaste”relatie, over dochters en kleinkinderen.

Was ik de jaren ervoor wat halfwas en paste ik me, afhankelijk van risico’s en omstandigheden, wat aan –hoewel in rok en een strak shirtje, of in bikini op Samoa verschijnen misschien wel wat erg risico zoekend was. De laatste twee jaar daarentegen ben ik op en top vrouw, in de winkel –als een Turkse man binnen komt, doe ik een bescheiden stapje achteruit-, met monteurs en leveranciers, in de gemeenschap, Turks en westers – met varianten op ons gezamenlijke verhaal-, naar autoriteiten –niemand lijkt die m/m op die IDkaart te zien. Toch weet ik me kwetsbaar, immers zowel mijn reisblog als mijn genderblog zijn gewoon te traceren via onze reiswebsite en de kont van de boot.

Transitie, RLE in het buitenland, in de anonimiteit gemakkelijker? Ik denk het niet, hooguit anders en bij tijd en wijle zeker niet zonder risico.

Zij is een Hij

Vroeg op vandaag. Na een avondlang doorbeulen is een wekker om 05.00 wel op z’n plaats. Gelukkig verlicht de taxichauffeur, het is nog donker, meteen mijn lijden als hij, zoals hij en collega meldt, de dames naar het station toe brengt. Geloofwaardig reizen als vrouw, daar om draait het vandaag.

Eenmaal op Schiphol doe ik nog een poging mijn vooraf geboekte kaartje van geslacht te laten veranderen. Het met grote letters gemelde “Mr” doet pijn aan mijn oog, en vooral raakt pijnlijk mijn hart. Alsof de fout die bijna zestig jaar geleden, in mijn geboorteacte is ontstaan, door niet naar mijn eigen gevoel te vragen, vandaag breed uit gevlagd moet worden. De vriendelijke man achter de balie kan vandaag niets meer voor me doen. Gelukkig kan hij voor volgende vluchten die verafschuwde “Mr” van de boardingpass af krijgen. Ik ben benieuwd of het werkelijk gaat lukken die keer.

Er zijn maar weinig momenten in een jaar waarin ik zo duidelijk geconfronteerd word met mijn rammelende gegevens. Ik schaam me er bijna voor. Dat Mr op mijn ticket, mijn instapkaart, die M op mijn ID, op mijn visum.
Beleef ik dat nu alleen zelf zo? Van balie tot security, is er niemand die er naar vraagt, niemand die die M ziet in mijn gegevens. Ligt het dan echt alleen aan mij. Zie ik dan alleen hoe ik in tegenspraak lijk te zijn, aan de verkeerde kant van de grens.

Speciaal voor de Turkse kant van mijn grensgeschil heb ik zelfs mijn hoofddoekje al klaar liggen in mijn handtas. Als ik dan nog niet genoeg kan overtuigen, samen met mijn nieuwe kapsel, mijn VIVA, mijn oorbellen en lipgloss, weet ik het niet meer.
Nou ja, een extra wapen dan, in mijn handbagage stopte ik op het laatste moment nog mijn sandaaltjes –hak 10 cm +NAP-. Als ik dan nog niet kan overtuigen.

Madam, Welcome in Turkey. Routineus checkt de douanier mijn ID-kaart en visum. Had ik die aardbeienvlek in mijn lies toch nog voor niets gemaakt.

Hij is een Zij. Waarschijnlijk ben ik de enige die overtuigd moet worden.