Vol

Opeens, terwijl ik de vraag beantwoord,schiet ik vol. Zoals zo vaak heb ik het niet zien aankomen. Het geeft in elk geval het gesprek een extra dimensie.
Een van de leerlingen in de groep vraagt hoe dat nu is voor de partner als je uit de kast komt als transgender. Meteen schieten beelden door mijn hoofd. Ik zie en voel wat ik begin jaren tachtig mijn Lief heb aangedaan, maar ik hoor ook de gesprekken terug die ik af en toe via de mail heb met een paar transvriendinnen.
Samen met een Rainbowcity 010 collega ben ik een aantal uren in gesprek met klassen op een middelbare school.
Een eind op streek in mijn transitie –en met coachervaring in veranderingsprocessen- kan ik me steeds beter in de gevoelens van partners verplaatsen. Er valt een wereld weg, alsof de vloer onder je opent. Al voel je dat er iets bij de ander niet klopt, als partner is het alsof je toekomst je wordt ontnomen. Alles wat ooit zeker was, lijkt ineens niet meer geldig. De eerste keer, en vele keren daarna, je hart slaat over, het zweet breekt uit, geen oog dicht kunnen doen, bijna onomkeerbaar gespannen, je blik versmald, zo niet feitelijk, dan wel gevoelsmatig.
Het is een rouwproces. Woede, verbijstering, wat is de zin nog? Kortom naar PTSS, Fight or Flight.
Lief en ik hebben geluk gehad, terwijl ik mijn geheim in stukjes en brokjes vertel, doorlopen we regelmatig het vlucht of vecht scenario. Telkens weer een afweging van gevoelens voor elkaar, van zekerheden voor het gezin, van reacties van omgeving, familie. Steeds meer lukt het samen een lijn te vinden die ruimte geeft aan mijn gevangenschap in mijn eigen lijf. Iedere keer opnieuw moet mijn Lief weer schakelen, afwegingen maken, fysieke reacties een plaats geven.
Heel langzaam, stapje voor stapje, doorlopen we mijn proces, een boemeltrein. Pas na drieëntwintig jaar durven we gas te geven, zetten we een stip aan de horizon, maken we het spoorboekje opnieuw. Mijn Lief heeft haar eigen proces, een eigen transitie eigenlijk. Telkens weer koppelen we onze reizen opnieuw aan elkaar.
Terwijl ik de vraag beantwoord, kijk ik achterom. Ik zie mijn proces achter me vervagen in het verleden, alleen markante punten zijn nog te herkennen. Punten vol pijn en euforie. Ik zie ook het spoor van de strijd die mijn Lief heeft geleverd, het opvangen van mijn pijn, het regisseren van het gezin waarin ze wist hoe anders ik was, het ruimte bieden voor mij en mijn “koffer”, de twijfel of het ooit over zou gaan?
Een harde waarheid voor mijn Lief en al die andere partners, het gaat gewoon nooit over en –een idee uit de jaren zestig- gek was ik evenmin. Heel langzaam drong het tot ons door. Vluchten of vechten. Dealen met het andere gevoel, met die partner in dat verkeerde lijf, met die lesbische vrouw naast je, die zo makkelijk voor een heteroman versleten wordt.
De grote strijd die je als transpartner levert, is de vraag of je ondanks verdriet, ondanks het bijna niet te begrijpen verschil, toch de keuze maakt mee te groeien. Je zet kleine stapjes, groeit langzaam mee in dat beangstigende avontuur.
Er zijn er maar weinig die de strijd overleven, die het gesprek opnieuw met elkaar aangaan en alles wat ooit al eens in de eerste verliefdheid is beleefd, weer herbeleven en een nieuwe plaats geven.
Ik slik een brok weg als ik denk aan de lange weg die we samen hebben afgelegd, de transitie van mijn Lief, die juist dezer dagen een mooi voorlopig eindpunt leek te vinden in haar trots als “vrouw met een lesbische relatie” op die “andere vrouw in dezelfde relatie”. Een steelse knuffel op de drempel van de voordeur “ Lief, sms je even hoe het is gegaan?”
Leek te vinden… Een plotselinge gebeurtenis van buitenaf dwingt tot bezinning. Vechten of vluchten komt onmiddellijk weer om de hoek. Naar buiten, maar meteen ook weer onderling. De balans blijft broos.
Ik slik nog een keer als ik denk aan mijn mailvriendinnen en hun partners, nog volop in strijd met elkaar, de rouw, de verbijstering, de twijfel of het ooit nog goed zal komen en de zekerheid dat een gezamenlijke transitie, niet weken of maanden, maar simpelweg jaren vraagt.
Hoeveel relaties nemen de tijd op elkaar te wachten, de trein te remmen, net zo lang tot je samen het proces in kunt gaan. Te wachten tot je weer van elkaar kunt genieten, ook weer kunt waarderen in je uiteindelijk toch niet meer verkeerde lijf.
Even is het stil na mijn antwoord vol roering en emotie, heel even heb ik overgebracht wat de strijd om uit de kast te komen voor een transpartner betekent.

1 reactie (+voeg die van jou toe?)

  1. Diana Verhorst
    apr 29, 2014 @ 22:48:52

    Hallo Diederique, ik ben de vrouw van Martine. Zoals je wellicht weet, ook transgender. Ik lees met heel veel plezier en belangstelling jouw blog-stukjes, maar wil graag even reageren op het stukje ”Vol”. Het geeft mij een dermate gevoel van herkenning, maar vooral erkenning van mijn kant van het verhaal als partner, dat de tranen loskwamen. Martine kwam 2 jaar geleden bij mij uit de kast. In jouw stukje vind ik de erkenning dat mijn af en toe verwarde, zoekende en soms zelf afwijzende gevoel niet zomaar in het hokje ”bekrompen” kan worden gestopt, maar een normaal rouwproces is ( ik heb simpelweg mijn man verloren) met van daaruit weer een weg zoeken naar boven. Ik knok, samen met Martine, voor onze relatie (al 37 jaar bij elkaar). Makkelijk is het niet, mede doordat het voor Martine zelf ook nog lang niet allemaal zo duidelijk is en soms knap verwarrend, maar deze erkenning was nou net wat ik zo vreselijk nodig heb als ondersteuning en daar dank ik je voor. Groetjes, Diana Verhorst.

    Beantwoorden

Plaats een reactie